Darwin's leven

Charles Darwin werd in 1809 geboren in Shrewsbury. Al vanaf het begin las de jonge Darwin boeken over de natuur en hield hij zich bezig met het verzamelen van schelpen, insecten en mineralen. Zijn vader (zelf arts) zag geen toekomst voor zijn zoon als natuurwetenschapper en stuurde Charles daarom op zijn zestiende naar de universiteit van Edinburgh om medicijnen te studeren. Na twee jaar verliet Darwin de opleiding. Volgens zijn vader moest Charles dan maar dominee worden. Daartoe verbleef hij drie jaar op het Christ College van de universiteit van Cambridge, waar alle wetenschappers de natuurlijke theologie aanhingen.

Darwin werd gevraagd voor een wereldreis op het schip 'The Beagle', daar ondekte hij veel soorten dieren die allemaal veel van elkaar weg hadden, maar toch op elkaar leken.  Vooral op de Galagapos eilanden kwam hij aan het denken, er waren allemaal vinken, maar ze hadden toch allemaal een andere snavel.

Pas in 1859 publiceerde Darwin zijn ‘On the origin of species’. In dit boek maakte Darwin twee belangrijke punten. Elke soort die op dit moment op aarde leeft, is ontstaan uit een voorouder. Een groep planten of dieren kan veranderen doordat sommige individuen gunstige eigenschappen hebben en daardoor meer nakomelingen krijgen dan anderen ( = natuurlijke selectie) .

Darwin overleed in 1882